De Vechtstreek wordt algemeen erkend als een gebied van topkwaliteit. Die kwaliteit wordt in belangrijke mate bepaald door de landschappelijke, cultuurhistorische en natuurhistorische waarden ervan. De Vechtstreek is mede daarom onderdeel van de nationale landschappen Groene Hart, Nieuwe Hollandse Waterlinie en Stelling van Amsterdam. De afwisseling van open en gesloten gebieden is kenmerkend voor de streek; zij vormen zogenaamde ‘kralensnoeren’ door het gebied tussen de Vechtplassen en het veenweidegebied.
De Vechtstreek is echter niet één kralensnoer dat overal dezelfde sfeer ademt. Kleinere kralensnoeren als het Gein, de Angstel en de Aa in het westelijke deel hebben ieder hun eigen karakter. Voor het grote kralensnoer langs de Vecht wordt een indeling in vier sferen gehanteerd, met elk een eigen karakter (van noord naar zuid):
De Zuiderzeevecht, waarin de invloed van de voormalige Zuiderzee de dorpen een bijzonder karakter geeft;
De Boerenvecht; het open agrarische landschap met verspreid liggende boerderijen;
De Herenvecht, waarin het beeld wordt bepaald door de statige buitenplaatsen met hun parken;
De Parkvecht, het groengebied tussen het stedelijke Utrecht en het dorpse Maarssen.
(uit: De gebiedsvisie voor de Vechtstreek, zie ook: www.vecht.nl