De oudst bekende gegevens over Daelwijck stammen uit 1657. Daelwijck was toen vermoedelijk een buurtschap.
Op 25 september 1687 wordt in de literatuur voor het eerst gesproken over Daelwijck in relatie tot een pannenfabriek. In 1690 bestond Daelwijck uit een hofstede met een panoven, aan de overkant van de Vecht. In 1730 bestond Daelwijck uit een huis, een erf, een pannenfabriek, een loods en ovens. In 1743 bestond Daelwijck uit een huis met een pannenbakkerij, drie huisjes en een lap (8 morgen) grond en op 26 augustus 1786 kwam Daelwijck in handen van de familie Plomp.
Daelwijck bestond toen uit een huis, erven en grond met pan- en tegelovens, loodsen en drie daglonerswoningen met erf. In 1847 werd de pannenbakkerij uitgebreid met een steenfabriek. In deze periode werd ook het huidige Daelwijck gebouwd. Rond 1870 werd huize Daelwijck uitgebreid.
In 1911 werd het fabriekscomplex, inclusief het huis, verkocht aan de firma Jonker, die er een borstelfabriek in vestigde.
Tot 1929 werd het huis bewoond door de directeur van de borstelfabriek. Toen werd het huis verkocht aan de gemeente Zuilen. De fabriek bleef nog doordraaien.
Van 1929 tot 1954 was Daelwijck het gemeentehuis van Zuilen. Daarna, na de annexatie van Zuilen door Utrecht, deed het dienst als hulpsecretarie voor de gemeente Utrecht, bood het onderdak aan de Gemeenschapsraad Zuilen, die in 1964 werd opgeheven. Vanaf 1958 tot ongeveer 1975 was een afdeling van het Bureau Bescherming Bevolking er gevestigd.
Vanaf 1975 tot 1980 had Daelwijck geen functie meer, behalve dat het nog steeds dienst deed als trouwzaal.
In 1980 werd het pand gekocht door een beveiligingsbedrijf en in 1986 werd het een gemeentelijk monument.
In 1996 vestigde zich in Huize Daelwijck het voormalige hotel het Vechtse Park en in 2009 kochten de huidige eigenaren het inmiddels al flink vervallen pand.
Van februari 2011 tot 1 mei 2011 heeft er een totale restauratie plaatsgevonden. Nu is Huize Daelwijck, als De Parel van Zuilen weer terug als trouwlocatie in Zuilen.